logo jacob israel de haan

Hij dronk de wijn. Ik zag de zonnestralen

Eén eeuwig ogenblik verspelen in zijn glas.

Hij zal nooit weten (God weet waar wij dwalen!)

Dat ik de dichter van zijn wijnkelk was.

logo jacob israel de haan

JACOB ISRAËL DE HAAN

MATELOZE VERLANGENS


Schrijver, Jood, socialist, homo, activist... leidde vele levens, vond één abrupt eind.

1881, straatarm geboren in Smilde in Drenthe. 1890, arm en schools opgegroeid in joods Zaandam. 1900, neergestreken in bruisend Amsterdam, de vrijheid wenkt. De schok van het nieuwe schudt hem wakker. Jonge socialist, onderwijzer, romanschrijver, dichter. 1904, Nederlands eerste openlijke homo-auteur. Zijn geruchtmakende debuutroman Pijpelijntjes verschijnt, over zijn homoleven in de Pijp, geen blad voor de mond. 1908, zijn roman Pathologieën zoekt de grenzen nog verder op.

Dan, 1912, bewustwording van eigen jodendom en opkomend zionisme. 1919, emigratie naar Palestina als dichter, journalist en zionist tussen Arabieren, Palestijnen en Joden. Stuit na aankomst op Britse kolonisatie, zionistisch machtsmisbruik, bezetting, spreekt zich uit. Jeruzalem 30 juni 1924, door zionistische tegenstanders doodgeschoten.

Geboren en getogen buitenstaander, gefnuikt talent, moedig idealist die zichzelf, zijn tijd, zijn taal, zijn leven opnieuw bleef uitvinden. ‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’ in een tijd die voor zulke vriendschap nog zo’n mateloze haat had. Zijn mateloze verlangens voerden hem over grenzen, klassen en culturen en maken hem blijvend relevant.


DE HAAN MAAND 01 - 30 JUNI 2024

'HERDENKEN IS BELEVEN - HERDENKEN IS ONTDEKKEN'

In zijn honderdste sterfjaar 2024 spreekt De Haan (1881-1924) onverminderd tot de verbeelding als een nieuwlichter die zich zijn leven lang is blijven herontwikkelen, onafgebroken bezig zijn persoon, zijn taal en zijn tijd opnieuw uit te vinden - tot alles door zijn vroege dood alsnog werd afgebroken. Met name de emancipatie van zijn joodse en homoseksuele achtergronden door middel van zijn literaire en politieke activiteiten bleef onvoltooid. Ze blijven tot op heden vragen oproepen. Ter herdenking en herontdekking van Jacob Israël de Haan wordt een DE HAAN MAAND georganiseerd van 1 tot 30 juni, verspreid over diverse locaties en momenten.

DE HAAN MAAND 01 - 30 JUNI 2024

'HERDENKEN IS BELEVEN - HERDENKEN IS ONTDEKKEN'

In zijn honderdste sterfjaar 2024 spreekt De Haan (1881-1924) onverminderd tot de verbeelding als een nieuwlichter die zich zijn leven lang is blijven herontwikkelen, onafgebroken bezig zijn persoon, zijn taal en zijn tijd opnieuw uit te vinden - tot alles door zijn vroege dood alsnog werd afgebroken. Met name de emancipatie van zijn joodse en homoseksuele achtergronden door middel van zijn literaire en politieke activiteiten bleef onvoltooid. Ze blijven tot op heden vragen oproepen.

Ter herdenking en herontdekking van Jacob Israël de Haan wordt een DE HAAN MAAND georganiseerd van 1 tot 30 juni, verspreid over diverse locaties en momenten.

TOT 5 JULI 2024

TENTOONSTELLING

Bliotheek VU, De Boelenlaan 1105, Amsterdam

3 juni t/m 5 juli 2024. Wie niet zoekt kan niet verdwalenten, tentoonstelling samengesteld door masterstudenten Moderne Nederlandse Letterkunde.

PROGRAMMA

TOT 13 OKTOBER 2024

EXPOSITIE

Synagoge Groningen, Folkingestraat 60, Groningen

16 juni t/m 13 oktober 2024 Zomerexpositie, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen. Ontdek het fascinerende levensverhaal van De Haan.

PROGRAMMA

DONATIE

Om de de Haan Maand mogelijk te maken stellen wij een donatie zeer op prijs!

Overmaken kan ook op rekeningnummer van Stichting Het blauwe schrijverke Maris Stella, NL26INGB0007533930, o.v.v. Donatie De Haan Maand.

Hartelijk dank!

DONATIE

Om de de Haan Maand mogelijk te maken stellen wij een donatie zeer op prijs!

Overmaken kan ook op rekeningnummer van Stichting Het blauwe schrijverke Maris Stella, NL26INGB0007533930, o.v.v. Donatie De Haan Maand.

Hartelijk dank!

TIKKI€

Aan eenen jongen visscher

Rozen zijn niet zoo schoon als uwe wangen,

Tulpen niet als uw bloote voeten teer,

En in geen oogen las ik immer meer

Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.


Achter ons was de eeuwigheid van de zee,

Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,

Aan ’t eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,

Er was geen ander dan het zeegerucht.


Laatste dagen samen, ik ging naar mijn Stad,

Gij vaart en vischt tevreden, ik dwaal rond

En vind in stad noch stiller landstreek wijk.


Ik ben zóo moede, ik heb veel liefgehad.

Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond

En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.